Poëzie

over de voortreffelijkheid van de mens

20150601_141725I
Dit is het grasland dat ik ken
in mijn dna gestapeld
klaverveld op bulhond platgeslagen
graven in lasagnelagen
lees ik wie ik ben

II
wat vast staat weten we
wie voor ons was
beter dan wie na ons komt

III uilkens stelt hier de vragen
stinken wolken?
ruikt een onweerswolk anders
dan een schapenwolk
we weten het niet zoeken het uit

IV
kan ik elk dier zijn vandaag?
zonder dat het uitmaakt een koe zijn
hoe koel is dat
het maakt me niet uit
niemand die het meer uitmaakt
nog liever was ik een drone

V
wat vast staat weten we
wie na ons komt
beter dan wie voor ons was

VI
waarom is haast in me gekropen
niet                               stilte?
in mij glijdt een slee
gewoon de ademhaling in uit
liever was ik een drone
ben gewogen en te zwaar bevonden

VII
hoe hard moet je schreeuwen
om vroeger gehoord te worden?
we weten het niet
zoeken het uit

VIII
als een woelmuis steeds maar sneller
door m’n gangen racet
beeft de grond alles verandert
wat vast staat beweegt

IX
dit is het grasland dat ik ben
ik heb het eigenhandig platgeslagen